TEELT EN TECHN I EK / CU LTIVATION AND TECHNOLOGY PotatoEurope 2017 Hogeschool te Dronten volgen het perceel al vanaf het poten zeer nauwgezet onder leiding van Pelle. In juni en juli constateerden ze een duidelijk verschil in opkomst tussen de verschillende teeltsystemen die op het terrein zijn aangelegd. Al vanaf de opkomst volgen de studenten samen met Pelle het perceel zeer intensief met een de drone. Tijdens de metingen zijn diverse zaken als planthoogte, plantaantal, groenindex en vele andere gegevens gemeten. De beelden verwerken ze vervolgens met een aantal algoritmes, waarvan ze de resultaten in taakkaarten omzetten. Vanaf eind mei tot eind juni is met het vliegtuigje regelmatig over het aardappelgewas gevlogen. Beelden van drie uiteenlopende data geven aan welke groeiverschillen in het perceel zichtbaar zijn. Het gaat hierbij om ENDVI­beelden die de groeiactiviteit van de aardappelplant weergeven. Pelle en de studenten wijzen erop dat de onderste banen op de kaarten veel verschil in plantactiviteit vertonen. Verschillende bemestingsstrategieën Wat de bemesting betreft is aan de basis 400 kilogram van de mengmeststof NK (16­32) toegediend. Op 15 juni is in het aardappelgewas een overbemesting uitgevoerd met een NK­meststof met hulp van een taakkaart. De taakkaart is gemaakt met opnamen door de drone. Daar waar minder bladmassa is gemeten, is ook minder kunstmest toegediend en andersom. Verder is aan de beelden te zien dat het gewas last heeft gehad van droogte, vooral in het onderste deel op de kaart/het perceel. In dit deel is een RMA­vochtsensor geplaatst op advies van de Veris­scan. Op 19 juni gaf de sensor aan dat het vochtgehalte in de grond naar een te laag niveau daalde en daarom is het perceel op 22 juni beregend. Op 28 juni is er vervolgens ruim 50 millimeter natuurlijk neerslag gevallen waarmee de grond aardig verzadigd raakte. Na de warme periode is er steeds op tijd voldoende neerslag gevallen om het bodemvocht in het groene bereik te houden, zodat het gewas ongestoord kon groeien. Zo lijkt het gewas toch op een redelijke opbrengst af te stevenen. Eerste voorlopige resultaten geven wisselend beeld Inmiddels zijn ook de eerste ruwe voorlopige groeiresultaten van de proefvelden op een rij gezet. Wat opviel aan het gewas is dat uit het aangeleverde Innovator pootgoed in de maat 35­45 millimeter gemiddeld ongeveer twee stengels per poter uitgegroeid zijn. Volgens de projectleden ligt dit niet aan de veldomstandigheden maar aan de vitaliteit van het pootgoed. Van de poters zijn namelijk monfrom the moment of planting onwards. in June and July, they found clear emergence differences between the various cropping systems laid out in the showground. Pelle and the students then continued their close monitoring, following emergence. During the monitoring, various things were checked, such as plant height, number of plants, green index and a wealth of other data. They then process the images with a number of algorithms, the results of which they’ll convert into task maps. The drone flew regularly over the potato crop from the end of May until the end of June. The images of three different sets of data show the visible growth differences in the field. The pictures here are ENDVI images, which show the growth activity of the potato plant. Pelle and his students point out that the lowest layers on the maps show considerable difference in plant activity. Different fertilising strategies With regard to fertilisation, 400 kilograms of the mixed fertiliser NK (16­32) was initially applied. On 15 June, based on the task map, an NK­fertiliser top dressing was applied. The task map was drawn up with images made by the drone. In spots where less foliage was measured, less artificial fertiliser was applied and vice versa. Furthermore, the images showed that the crop had suffered from drought, especially in the lowest part of the map/field. In this section an RMA moisture sensor was placed, on the advice of the Veris scan. On 19 June, the sensor indicated that the moisture content in the soil had dropped to a level that was too low and so, on 22 June, the field was irrigated. On 28 June, there was over 50 millimetres of rain, which sufficiently saturated the soil. There was sufficient and timely rainfall after the hot period to keep the moisture within green parameters, so that the crop could continue to grow without any problems. So it seems that the crop will produce a reasonable yield after all. Initial provisional results give a mixed picture Op 15 juni is in het aardappelgewas een overbemesting uitgevoerd met een NK-meststof met hulp van een taakkaart. Daar waar minder bladmassa is gemeten, is ook minder kunstmest toegediend en andersom. / On 15 June, based on the task map, an NK-fertiliser top dressing was applied. In spots where less foliage was measured, less artificial fertiliser was applied and vice versa. Meanwhile, the initial, rough, provisional growing results of the trial fields have been put on paper. What was striking was that the supplied Innovator seed in the sizes 35­45 millimetres produced, on average, approx. two stems per seed potato. According to the project members, this was not due to field conditions but to the vitality of the seed. In fact, then seed samples were taken and planted elsewhere as a trial. In this trial, too, the Innovator seed also produced an average of two stems per tuber. In addiOfficial Catalogue 2017 15 Pagina 22

Pagina 24

Interactieve espaarprogramma, deze uitgave of boek is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het naar een digitale publicatie omzetten van e-vaktijdschriften.

Beurscatalogus PotatoEurope 2017 Lees publicatie 1Home


You need flash player to view this online publication