ONDERZOEK in meer dan een derde van zijn kruisingsouders een phytophthoraresistentie. Met de informatie uit BioImpuls kan hij gerichter werken en in een eerder stadium toetsen op Phytophthora. “Ik zit daardoor dichter bij het vuur.” Kijken naar landbouwkundige waarde Gemiddeld maakt Werkman in zijn kweekkas ieder jaar tweehonderd kruisingen, waaruit hij op jaarbasis gemiddeld 25.000 zaden oogst. Het slagingspercentage ligt tussen 60 en 80 procent. Ongeveer zesduizend van de 25.000 zaden zaait hij uit in zaaibakken. De plantjes worden later verspeend in potten die bij hem in de tuin staan. Werkman streeft ernaar om ieder jaar vijfduizend kloontjes te oogsten. Deze eerstejaarskloontjes komen in ruggen op het veld. Na het eerste veldjaar blijven van deze vijfduizend kloontjes na een selectie er nog vijfhonderd over. Werkman: “Hoe meer je het kweekwerk op specifieke eigenschappen als resistenties richt, des te kleiner worden de overblijvende aantallen. Je kijkt steeds ook naar de landbouwkundige waarde. Maar als je aan een specifiek kenmerk werkt, laat je soms ook wat wildere types toe om deze eigenschappen te behouden.” Van de tweedejaarskloontjes plant de kweker acht knollen uit, vier voor de groene rooi en vier voor de rijpe rooi. De klonen beoordeelt hij op rijptijd, knolvorm, schil, homogeniteit en presentatie. Bij een minder goede veldbeoordeling krijgt een nummer vaak nog een tweede kans. “Maar vaak valt deze later dan toch door de mand”, weet Werkman uit ervaring. Bij kruisingen die gericht zijn op pallidaresistentie stuurt Werkman soms al enkele kleinere tweedejaarsknolletjes op voor een toetsing. In het derde kweekjaar blijven bij hem zo’n honderd derdejaarsklonen over. Daarvan plant de kweker zestien planten voor de groene en zestien planten voor de rijpe rooi. Van de vierdejaarsknolletjes plant hij tweemaal 24 knollen uit. Veel zelf beproeven Voordat Werkman uiteindelijk de kloontjes uitlevert aan de kweekbedrijven, meestal na het vierde veldjaar, wil hij zelf van minimaal twee proefvelden gedurende twee jaar alle gegevens meekrijgen. Dit om ze ook in het nieuwe kweekwerk te benutten. Zijn proefvelden liggen rondom Uithuizen op zavel- en kleigronden. Ook als ze bij de kweekbedrijven van de handelshuizen in beproeving zijn, gaat Werkman zelf verder met toetsen van de zaailingen. Daarna vegen kweker en het handelshuis de gegevens bij elkaar en gezamenlijk kijken ze dan welke als rassen doorgaan en welke niet. In november maakt hij vaak een kleine tentoonstelling waar vertegenwoordigers van de kweekbedrijven komen kijken en kruisingen kunnen uitzoeken. “Dan is het steeds weer leuk om te merken dat ze soms allemaal hetzelfde willen hebben, maar dat ze soms ook voor hele verschillende nummers enthousiast zijn.” En wat heeft het hem tot nu toe opgeleverd? “Als je naar mijn hele aardappelcarrière kijkt stonden in 2015 in Nederland enkele honderden hectares pootgoed van mijn rassen. Maar uit mijn periode als vrije kweker is nog geen succesvol ras voortgekomen. Het enige wat het heeft gebracht zijn veel kosten, maar wel veel meer kweekplezier.” Voor de nieuwe, beginnende aardappelkwekers heeft Werkman nog wel een belangrijke boodschap: “Weet wat je doet. Stel duidelijke doelen, zoek hier je geniteurs bij. Ga ook veel bij anderen kijken en ga veel in discussie, neem het goede eruit en volg dan je eigen lijn.” Colofon Deze productie is een uitgave van BioImpuls in samenwerking met Aardappelwereld BV. Uitgeverij: Aardappelwereld BV Redactie: Edith Lammerts van Bueren Monique Hospers Jaap Delleman Leo Hanse © Aardappelwereld BV Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen en/of illustraties is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste eer en geweten is samengesteld. Zij aanvaarden daarom geen enkele aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de verstrekte informatie. www.aardappelwereld.nl www.BioImpuls.nl 22 Aardappelwereld magazine • Kweekspecial 2016 Pagina 21

Pagina 23

Voor drukwerk, online magazines en artikelen zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw verenigingsbladen.

Dossier Kweekspecial 2016 Lees publicatie 4Home


You need flash player to view this online publication