ONDERZOEK in te brengen.” Brunia werkt niet per se naar smaakvolle of aparte rassen toe, maar in de laatste jaren is er wel af en toe iets komen bovendrijven. “Bijvoorbeeld de Fingerling, een krom ding, met niet de hoogste opbrengsten, maar met een hele goede kookkwaliteit en smaak. Echt een aardappel voor een nichemarkt. Vroeger gooide ik dit allemaal weg. Nu zie ik dat er soms toch een markt voor is.” Zo heeft hij ook een krielaardappel waar iedereen opeens razend enthousiast voor is. Die had hij er vroeger ook uit gegooid. Inmiddels maakt hij ook wel een paar kruisingen gericht op smaak. Voor weersomstandigheden nog geen merkers Het kweekwerk heeft Brunia inmiddels enkele rassen op de rassenlijst opgeleverd. De Little Giant, Goldeye en Red Snapper zijn sinds september 2016 geplaatst op de Canadese rassenlijst, en de Goldeye ook op de Amerikaanse rassenlijst. Goldeye en Little Giant worden in Canada niet alleen traditioneel, maar ook online, in doosjes van 1 kilo, verkocht. En dan zijn er nog enkele rassen van zijn vader die op de Nederlandse rassenlijst staan, zoals de Morene, Felsina, Focus en Triplo. “Zonder de licentie-inkomsten van die rassen was het niet zo gemakkelijk geweest om het kweekwerk vol te houden. Dan is het een dure hobby”, weet Brunia. Volgens hem kan de Nederlandse aardappelveredeling niet bestaan zonder de inzet van de boerenkwekers. “Die rekenen hun uren niet. Aan de andere kant kunnen de kwekers qua kennis en technische mogelijkheden weer niet tegen de handelshuizen op, zoals merkertechnologie. Dan kom je sneller achter eigenschappen. Wat je dan nog niet weet, is hoe ze in de praktijk groeien. Voor weersomstandigheden zijn er immers nog geen merkers. Dat mogen wij nog doen, liefst overal op aarde.” “Experimenteren met smaak” Op het kruidenteeltbedrijf van kweker Piet Segeren te Aarle-Rixtel staat smaak al jaren hoog in het vaandel. In kookworkshops met kruiden daagt hij mensen uit om te gaan experimenteren met smaak. Sinds enkele jaren is daar ook een zoektocht naar de lekkerste aardappel voor dit gebied bij gekomen. Tien jaar geleden begon Segeren samen met zijn buurman een zoektocht naar aardappelen met smaak. “In de eerste jaren vergeleken we vele oude rassen met klinkende namen als Kestrel, King Edward the Seventh, Vitelotte Noir en dergelijke.” Segeren boert op het bedrijf van zijn schoonvader die voor zijn komst al pootaardappelen teelde. “Hij was heel secuur; daar wordt in de regio nu nog over gesproken. Mijn schoonvader heeft destijds hier op het erf een kiemkas neergezet waar leden van de door hem opgerichte pootgoedvereniging aardappelen voorkiemden.” Bij hem begon het hart voor het kweekwerk pas echt te kloppen gedurende de BioImpuls-aardappelverede lings cursus. Tijdens de veredelingscursus had Segeren een voor hem verbijsterende ervaring. “We hadden twee dagen achter elkaar cursus gehad en in die twee dagen was het woord smaak nog niet één keer gevallen!” Zelf hield hij zich al enkele jaren achtereen bezig met kleine proeverijen met oude aardappelrassen. De ervaring van die eerste cursusdagen vormde voor hem de aanleiding om in 2012 met BioImpuls een proeverij van verschillende nieuwe aardappelrassen te organiseren. In 2014 is weer een proeverij gehouden met een twaalftal nummers uit de eerste selectieronde. “Daar komen wel leuke verschillen uit.” Sinds 2013 is hij zelf aan het kweken geslagen om de smaak van de biologische aardappelen wat op te vijzelen. In het kasje van zijn schoonvader heeft Segeren sinds dat jaar de zaailingen uitgezaaid. Ik durfde eerst niet veel weg te gooien De benodigde kloontjes betrekt de kweker uit Aarle-Rixtel uit het BioImpulskweekprogramma. Jaarlijks krijgt hij vierhonderd zaden uit acht verschillende kruisingen. De keuze van de kruisingen liet Segeren de eerste 2 jaren aan BioImpuls over. Zijn wensen zijn: een lekkere aardappel, met meerdere phytophthoraresistentiegenen, geschikt voor vruchtbare, vochthoudende lemige zandgrond en het liefst roodschillig. Binnen deze randvoorwaarden zoekt hij naar een vroeg ras en een later rijpe bewaaraardappel. De zaden, vijftig per kruising, zaait Segeren in de kas. Na drie of vier weken zijn de plantjes groot genoeg om buiten Piet Segeren is op zoek naar een lekkere aardappel, met meerdere phytophthoraresistentiegenen, geschikt voor vruchtbare, vochthoudende lemige zandgrond en het liefst roodschillig. 12 Aardappelwereld magazine • Kweekspecial 2016 Pagina 11

Pagina 13

Interactieve ewebshop, deze sportblad of club blad is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal bladerbaar publiceren van internet catalogi.

Dossier Kweekspecial 2016 Lees publicatie 4Home


You need flash player to view this online publication