ONDERZOEK Niet exclusief biologisch Voor een kweker is het de gewoonste zaak van de wereld om kruisingen die niet voldoen weg te gooien, meent Geersing. “Je wilt immers het teeltniveau omhoog krijgen. Iets wat niet interessant is, kost alleen maar tijd. Je moet geduldig wachten tot die ene goede boven komt drijven. Daar moet je genoeg aandacht voor hebben. Mijn programma wordt te groot als ik op het moment dat ik het nummer hoor het plantje en de knollen niet meer voor me zie. Als het wat lijkt, ga ik ook gelijk vermeerdering opzetten en zet ik hem uit op andere plekken.” Geersing kweekt niet exclusief voor de biologische teelt. “Dat is een te kleine markt. Alles wat komt bovendrijven, zal ook gangbaar iets moeten kunnen betekenen. Het werk in de gewasbeschermingswereld heeft me geleerd om breed te denken. De oplossing kan nooit van één kant komen.” Wel kiest hij ervoor om het kweekwerk op een biologisch bedrijf uit te voeren. “Ik denk gewoon dat het de beste manier is om snel resistente rassen te krijgen. De omstandigheden dwingen om daar in de selectie al vroeg bovenop te zitten. In het gangbare materiaal zit voldoende resistentie, maar dat lokaliseren we vaak te laat.” Binnen de genoemde context zoekt Geersing naar een middenvroege fritesaardappel, met pallidaresistentie. Een fritesras dat breed inzetbaar is en dat ook de tafelmarkt op kan of geschikt is voor de export. Jan-Eric Geersing kweekt niet exclusief voor de biologische teelt. “Dat is een te kleine markt. Alles wat komt bovendrijven, zal ook gangbaar iets moeten kunnen betekenen.” Eén ras op de lijst Volgens Geersing zou de biologische teelt nog veel meer moeten inzetten op ‘ontsnappen’ als het gaat om Phytophthora. “Probeer de teelt nog meer te vervroegen door eerder hoge opbrengst te krijgen, gecombineerd met een hoger resistentieniveau. Daarvoor heb je kruisingen nodig met een laat looftype en een vroege knolzetting. Door het late loof heb je vaak meer resistentie en door de vroege knolzetting heb je een vroege opbrengst. Je moet uiteraard wel durven om het op deze manier aan te pakken. Dit jaar zat het hele veld onder de Phytophthora. Bij het rooien zijn er dan toch zaailingen die al heel behoorlijke knollen hebben gemaakt. Daar moet je dan toch mee verder.” Geersing is nu 10 jaar als aardappelkweker werkzaam en heeft inmiddels één ras op de rassenlijst staan. Dat is de Marcelle. Dit ras heeft het door hem zo gewenste late looftype en een vroege knolzetting, maar blinkt helaas niet uit als het gaat om resistentie op knolphytophthora. In een jaar als 2014 was de Marcelle er misschien al heel vroeg uitgevallen en had de kruising het niet tot een ras gebracht. Beheer van resistenties De beschikbaarheid van resistente rassen neemt gelukkig snel toe, constateert Geersing. Helaas kunnen we de snelle veranderingen en aanpassingen van Phytophthora daarmee amper bijhouden. “Een ras als Toluca is vatbaar in de knol, de resistentie van het ras Bionica is ook al doorbroken en dat zal met de Carolus ook wel een keer gebeuren. Ik vind het jammer dat deze rassen zo breed ingezet worden in de biologische teelt. In jaren met grote phytophthoradruk zoals 2014 lopen deze rassen grote kans hun resistenties te verliezen. Toen ik bij het voormalige aardappelhandelshuis Hettema uit Joure stage liep, waren ze daar al bezig met resistent uitgangsmateriaal dat nu onder meer in de Bionica zit. Dat was 25 jaar geleden, zo lang duurt dat dus. De ontwikkelsnelheid van Phytophthora is echter nog hoger, zodat de resistentie in Bionica nu al weer doorbroken is. PRIonderzoeker Geert Kessel uit Wageningen heeft bijvoorbeeld overtuigend laten zien dat je met een minimale inzet van bestrijdingsmiddelen resistenties veel en veel langer in de benen kunt houden.” Boerenkwekers Geersing signaleert ook dat het aantal boeren in het kweekwerk fors aan het afnemen is. “Er zijn nog maar weinig jonge mensen mee bezig. De landbouwbedrijven zijn nu ook zo groot geworden dat het werk vaak niet meer past. Dat is jammer. Professor Sneep zei het al: ‘Wee de landbouw die zijn kwekers niet in ere houdt’. Je moet mensen houden die ergens met boerenogen naar kunnen kijken. Het leuke van BioImpuls is dat hierin een route is gekozen waarbij gewerkt wordt aan een hoger resistentieniveau. Ik doe hier verder weinig mee, vooral omdat het te druk is. Dat is weleens jammer. Ik zou ook wel beter phytophthoraresistent materiaal willen hebben. En meer gegevensuitwisseling en kennisopbouw.” Aardappelwereld magazine • Kweekspecial 2016 15 Pagina 14

Pagina 16

Scoor meer met een webshop in uw mailings. Velen gingen u voor en publiceerden clubmagazines online.

Dossier Kweekspecial 2016 Lees publicatie 4Home


You need flash player to view this online publication