ONDERZOEK “Resistenties zijn bij mij heel belangrijk” Jan Darwinkel is al als aardappelkweker begonnen toen hij nog op de Middelbare Landbouwschool zat. In 1960 had hij zijn eerste zaailing. Drie jaar later, in de strenge winter van 1963, bevroor al zijn materiaal en is hij een tijd gestopt. In 1972 pakte hij opnieuw de handschoen op. De toenmalige directeur van Aviko in Steenderen, Lambert Dolfing, zei: “Jan, we hebben een nieuwe Bintje nodig. Ga toch aardappelen kweken, naast je andere werk!” De nieuwe Bintje is het niet geworden, wel een heel aantal andere rassen. Van de meest succesvolle, de Actrice, werd in 2015 in Nederland 111 hectare pootgoed geteeld. “Daar zit nog steeds groei in”, lacht Darwinkel tevreden. Darwinkel is het kweekwerk op het bedrijf van zijn vader in Norg begonnen met de aanschaf van zaden en kloontjes van de Stichting voor Plantveredeling (SVP) te Wageningen. Later werkte hij in Groningen bij de boerencoöperatie Aceco uit Wehe Den Hoorn, de voorloper van het huidige Agrifirm. In die plaats stond een vestiging voor consumptie en pootgoed die heel nauw samenwerkte met de toenmalige ZPC, nu HZPC. Na zijn pensionering is hij als vrije kweker aan de slag gegaan. Darwinkel maakt sinds die tijd zijn eigen kruisingen. “Ik heb mij bij BioImpuls aangesloten, omdat ik er zo weer andere genen bij krijg. Het draait bij mij niet alleen om biologisch kweekwerk. De innovatie die ik in BioImpuls vind, met de nieuwe resistentiebronnen en het stapelen van genen, is voor mij erg belangrijk.” Jaarlijks zaait de kweker zo’n vierduizend zaden uit eigen kruisingen. In het afgelopen jaar is daar ook materiaal van BioImpuls bij gekomen. “Mijn programma is hoofdzakelijk consumptie-export met daarnaast nog frites, chips en ook nog wat zetmeel. Behoorlijk breed dus. Resistenties zijn bij mij erg belangrijk. Een zetmeelras moet alle pallidaresistenties hebben en alle wratziekteresistenties. Al na de eerste veldgeneratie stuurt Darwinkel knolletjes op naar het HLB om deze te laten toetsen op Pallida-3 resistentie. “Als ze die niet hebben, gaan ze eruit.” Daarnaast is hij al een aantal jaren bezig met het inbouwen van phytophthoraresistenties. Bij alle handelshuizen wel wat materiaal Een kleine drieduizend eerstejaarskloontjes komen in het volgende jaar op het veld. In dit eerste veldjaar blijft, zoals bij de meesten, ongeveer 10 procent over. Van de driehonderd tweedejaarsklonen worden acht knollen geplant voor de groene rooi. Deze selecteert Darwinkel in het veld op groeitype en bij de oogst op uiterlijke kenmerken als oogdiepte, knolvorm en huid. Om de hoeveelheid werk te beperken, plant hij vanaf 2015 van de tweedejaarsklonen geen knollen meer voor de rijprooi. In de volgende generaties gebeurt dat nog wel en plant hij steeds acht knollen. Dan selecteert hij ook op kook- en bakeigenschappen. “In deze fase blijft er meer over, jaarlijks ongeveer 25 procent”, zegt hij. In het derde of vierde veldjaar gaan de zaailingen voor beproeving naar verschillende handelshuizen. Die bepalen aan welke eigenschappen ze de meeste waarde toekennen. “Zij moeten het uiteindelijk verkopen”, lacht Darwinkel. Ruim 55 jaar in het kweekwerk heeft hij zo’n tien rassen op de rassenlijst staan. Actrice (opgenomen bij het handelshuis Agroplant uit Medemblik) is in 2016 door gegroeid naar zo’n 178 hectare pootgoed in Nederland. “Daar ben ik best wel een beetje trots op.” Daarnaast heeft de kweker nog enkele rassen bij andere handelshuizen. “Eigenlijk zit er bij alle vrije handelshuizen wel wat materiaal uit mijn kweekvijver.” De liefde voor het kweken is bij hem ontstaan als hobby. “Het leuke aan kweekwerk is de verrassing. Altijd komt weer een bijzondere eigenschap aan het licht. En iedere keer kijk je weer uit of die mogelijke topper ertussen zal zitten.“ Voor de nieuwe, beginnende biologische boerenkwekers heeft Darwinkel ook nog wel een belangrijke les: “Volg je eigen weg. Een aardappelkweker moet wat eigenwijs zijn en tegen de stroom in willen roeien. Mijn vader zei altijd al: aardappelkweken, dat moet je zelf doen.” Al na de eerste veldgeneratie stuurt Jan Darwinkel knolletjes op naar het HLB om deze te laten toetsen op Pallida-3 resistentie. “Als ze die niet hebben, gaan ze eruit.” Aardappelwereld magazine • Kweekspecial 2016 19 Pagina 18

Pagina 20

Interactieve web magazine, deze artikel of catalogus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online bladerbaar uitgeven van internet onderwijscatalogussen.

Dossier Kweekspecial 2016 Lees publicatie 4Home


You need flash player to view this online publication